Assange en Snowden hebben hun vrijheid voor
niets ingeleverd
Rob de Wijk
COLUMN Hoe gaat het toch met onze helden Edward Snowden en Julian Assange? Niet zo goed, denk ik. Ze zijn weliswaar wereldberoemd geworden, hebben hun plaats in de geschiedenis verworven, maar de vrijheid waarvoor ze streden is hen zelf ontnomen.
Snowden zit nog steeds in Rusland waar hij tijdelijk asiel heeft gekregen. Venezuela wil hem ontvangen, maar met een ingetrokken Amerikaans paspoort komt hij er niet in. Assange zit in de Londense ambassade van Equador en mag van de Britse autoriteiten het land niet uit.
Lange baan
Als hun lekkages iets zouden hebben opgeleverd, dan zou het de prijs waard zijn. Maar ik denk niet dat dit het geval is. Assange, bekend van de WikiLeaks, heeft er vooral voor gezorgd dat codeberichten van het internationale diplomatieke verkeer een kleinere verspreiding hebben gekregen en beperkter van inhoud werden, waardoor zijn hele idee van meer openheid in duigen is gevallen.
Snowden heeft met zijn NSA-lekken ervoor gezorgd dat ook hier de beveiligingsmaatregelen zijn opgeschroefd en minder mensen toegang tot geheimen hebben. Nieuwe wetgeving, zoals de mogelijkheid dat de AIVD via de kabel inlichtingen mag vergaren, is op de lange baan geschoven. De diplomatieke relaties tussen de Verenigde Staten en Duitsland raakten op een dieptepunt, ondanks dat beide landen er dezelfde praktijken op na hielden, en schurkenstaten en terroristen pasten op basis van de geopenbaarde informatie hun werkwijzen aan. De veiligheid en transparantie zijn door de acties van Snowden dus niet toegenomen.
Snowden en Assange hebben zeker een discussie losgewrikt over inbreuken op de privacy en de bevoegdheden van overheden. Maar tot mijn grote verbazing ontstond er volstrekt geen gedoe toen de Kamer onlangs akkoord ging met het koppelen van allerhande bestanden om potentiële fraudeurs van de collectieve voorzieningen op te sporen.
Persoonlijke levenssfeer
In het jargon heet dit 'systeem risico inventarisatie', kortweg SyRI. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) verwierp het besluit op fundamentele gronden. En ook de Raad van State stond niet te juichen. De voorzitter van het CBP, Jacob Kohnstamm, stelde dat hij vond dat door deze maatregel iedereen in Nederland nu verdacht is. Van elke Nederlander kan immers een risicoprofiel worden gemaakt om vervolgens te kunnen bepalen wie een mogelijke fraudeur is en in de gaten moet worden gehouden.
Dat zou haaks staan op de geldende wetgeving ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. En op de beginselen van de rechtstaat, voeg ik eraan toe. Verantwoordelijk minister Asscher haastte zich om duidelijk te maken dat het allemaal wel mee valt. Bestanden worden niet zomaar gekoppeld.
Dat mag zo zijn, maar als iets technisch mogelijk is, is het voor bureaucraten en politici heel verleidelijk om de grenzen toch op te zoeken. Bovendien is het in deze tijd van toenemende spanningen naïef te denken dat regeringen uw en mijn vrijheid zullen respecteren als de onveiligheid toeneemt.
Zeker na de soms hysterische publieke en politieke reacties op de openbaringen van Snowden en Assange had ik verwacht dat er tegen inbreuken op de privacy en dit soort bevoegdheden van de overheid hevig geprotesteerd zou worden. Zo bezien hebben Assange en Snowden voor niets hun vrijheid ingeleverd.