Spionage? Daar hebben
we het zelf naar gemaakt
Guido
van 't Noordende; privacy- en beveiligingsonderzoeker
Universiteit van Amsterdam
GUIDO
VAN 'T NOORDENDE
Afluisteren gebeurt
op grote schaal - en daar hebben we zelf de hand in. Maar ook de overheid moet normen stellen,
alleen al om de burgers te beschermen, stelt Guido van 't Noordende.
De
afluisterpraktijken van de Amerikaanse
spionagedienst NSA leiden
in Brussel maar ook in Den Haag tot ongeloof en verontwaardiging. Alleen in
Nederland al zijn 1,8 miljoen
telefoongesprekken afgeluisterd.
Maar we maken het de Amerikanen ook wel erg gemakkelijk. We vergeten gemakshalve dat wij het zelf
zijn die kluizen met al onze bedrijfsgegevens, zonder sloten, op het dorpsplein of op de Dam zetten.
Om ons vervolgens erover te verbazen
dat dieven en geheime diensten erin rondneuzen.
Terwijl de Haagse oppositie oproept tot een debat, maken
grote bedrijven reclame voor het opslaan van gegevens in 'de
cloud'. Of deze opslag wel afdoende beveiligd
is wordt niet aangegeven. Over afluisteren wordt zelfs helemaal
niets gezegd. De cloud bestaat vooral uit datacenters waar bedrijven gegevens kunnen opslaan. Sommige van die datacenters staan
in Amerika, zijn Amerikaans eigendom of maken vaak gebruik
van Amerikaanse software. Dat
is een probleem. Want alle Amerikaanse software moet voldoen aan
Amerikaanse antiterrorismewetgeving
waarmee gegevens uit die software kan worden opgevraagd. Alle informatie die onversleuteld in de cloud staat
of over het internet wordt verstuurd,
kan worden afgeluisterd. Niet alleen door de Amerikaanse, maar ook door Engelse,
Chinese of onze eigen inlichtingendiensten.
Sleutels
De
vraag is waarom de architecturen van systemen zo zijn ontworpen
dat dit kán
gebeuren. Waarom kiezen overheid en bedrijven niet voor systemen waarin
afluisteren niet kan plaatshebben? Of waarin het verbreken van de beveiliging zoveel moeite kost dat
dat alleen gebeurt als het écht nodig is? Oplossingen zijn bekend. Informatie moet worden versleuteld.
Alleen verzender en ontvanger moeten daarbij over de sleutels beschikken om gegevens
te kunnen ontcijferen. Derden, dus ook de cloudbeheerder,
hebben hier dan geen toegang
toe. Zolang verzender en ontvanger zich aan de spelregels houden, worden zo inlichtingendiensten buiten de deur gehouden. Alleen justitie zou, bij
een concrete verdenking, de
sleutels moeten kunnen opvragen bij de eindgebruikers.
De
overheid kan hierbij normen stellen. Deze 'end-to-end'-beveiliging is er een van. Geen onversleutelde
data in de cloud dus, tenzij
het echt niet anders kan. Dat
heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de opslag van medische gegevens. Huisartsen slaan die nu vaak op in centrale databases, maar patiëntgegevens zouden bijvoorbeeld éérst moeten worden versleuteld
voordat ze in een datacentrum terechtkomen. Verder is de opslag van documenten van een bedrijf in de cloud geen goed idee.
Tenzij ze zijn versleuteld met een sleutel die alleen het bedrijf heeft. End-to-end beveiliging is soms lastiger en duurder, maar het kan wel. Het afluisterschandaal
bewijst dat dit moet.
Geen rem
De
Edward Snowden-leaks over de NSA hebben ons hard met de neus op de feiten
gedrukt. En laten ons de schaal zien
van wat iedereen had kunnen weten: zolang
we gegevens vrijwel onbeschermd de wereld insturen, zit er geen enkele rem
op diegenen die gegevens willen aftappen. Juist in een democratische
samenleving moet de overheid zorgen dat burgers zichzélf kunnen beschermen. Ook tegen de willekeurige
macht van, bijvoorbeeld, toekomstige machthebbers. Een overheid die geen adequate normen stelt is medeverantwoordelijk voor de gevolgen hiervan. En kan niet klagen als
een ander deze niet-gestelde normen overschrijdt. Zolang wij niets
doen aan de architectuur van systemen, en we bedrijven niet dwingen veel zorgvuldiger
om te gaan
met de beveiliging van onze
gegevens, kunnen we niemand verwijten dat er misbruik
van wordt gemaakt.
De
Haagse oppositie wil nu klokkeluider Snowden uitnodigen om uit
te leggen hoe dat afluisteren op grote schaal mogelijk
was - en wat daar tegen te doen
is. Maar we hebben Snowden niet nodig om
ons dit te
vertellen. Wel politici, parlementariërs en politieke partijen die weten hoe beveiliging werkt. Die zich interesseren voor de rechten en de persoonlijke veiligheid van burgers, en die moedig
genoeg zijn om die te beschermen.
Guido
van 't Noordende is privacy- en beveiligingsonderzoeker
aan de Universiteit van
Amsterdam.