In gesprek met Cuba
16 april 2009
Alweer een halve eeuw delen de gebroeders
Castro de macht op Cuba. En al 47 jaar worden ze
daarbij tegengewerkt door
de Verenigde Staten, door middel
van een handelsembargo.
President Obama heeft nu een
stap gezet die misschien het begin van het einde
van deze boycot is.
Obama heeft
vooralsnog niet meer gedaan
dan het terugdraaien van enkele sancties die zijn voorganger Bush in 2004 had ingesteld. Cubaanse Amerikanen kunnen nu weer ongehinderd hun moederland bezoeken en ze mogen geld naar het eiland sturen. Dat is nog lang geen opheffing van het embargo. Daarvoor
is de toestemming nodig van
het Congres en dat staat traditioneel onder druk van een militante anti-Castro lobby, die
vooral wordt geleid door gevluchte Cubanen.
De boycot
kreeg zijn scherpste kanten vanaf 1962, na de door de VS georganiseerde invasie in de Varkensbaai van een jaar eerder,
een faliekant mislukte poging om een einde
te maken aan de Cubaanse revolutie onder leiding van onder anderen Fidel en Raśl Castro en Che
Guevara. Maar de Amerikaanse
handelsbeperkingen hebben niet geholpen om van Cuba een fatsoenlijk democratisch land te maken. Het geeft te denken
dat Fidel Castro zo lang aan de macht
kon blijven en dat zijn broer
Raśl, tevens onder meer minister van Defensie, in 2006
het stokje kon overnemen. De bevolking
van het Caraļbische eiland werd niets gevraagd.
Obama heeft
eerder gezegd dat hij de betrekkingen
met Cuba wil normaliseren
en een bezoek dat zes Amerikaanse
Congresleden onlangs aan de gebroeders Castro brachten, was ook een aanwijziging voor een veranderde
attitude bij de Amerikanen.
Dat dit aan
de vooravond komt van de top van de Organisatie van Amerikaanse
Staten (OAS), dit
weekend in Trinidad en Tobago, zal geen toeval zijn.
De Latijns-Amerikaanse landen
zijn bijna unaniem tegen de boycot van Cuba door de Verenigde
Staten. Misschien dat Cuba ook weer lid kan worden van de OAS, waaruit het onder Amerikaanse druk in 1962 werd verwijderd.
De Amerikaanse
toenaderingspogingen tot Cuba kunnen
voor de Europese Unie een stimulans
zijn voort te gaan met haar
inspanningen om de relaties met dit land te verbeteren. Anders dan de Verenigde Staten hebben de Europese landen de diplomatieke betrekkingen met Cuba nooit verbroken, maar wel was de verstandhouding jarenlang kil. Vorig jaar besloten
de EU en Cuba de politieke dialoog
met elkaar te
hervatten en zo mogelijk in 2010 te intensiveren.
Het isolement
waarin Cuba jaren werd gedreven, heeft geen of weinig
positieve invloed gehad op de positie van de politieke gevangenen in het land en op de mensenrechten.
Cuba is een arm land, een eenpartijstaat met een centraal geleide economie die de potenties van het
eiland zwaar onderbenut heeft gelaten. Hopelijk is de dialoog effectiever dan de uitsluiting. En voor wie nog
op zoek is naar een specifiek Nederlands
belang: tot voor kort was Nederland een van de belangrijkste handelspartners. Dankzij de ligging van Sint Maarten, Saba en Sint
Eustatius zijn Cuba en het Koninkrijk
der Nederlanden bovendien praktisch buren.