De krimp van de VS
Donderdag 27 december
2007 door NRC Handelsblad
Het
zit de Verenigde Staten niet
mee. Economisch is het feest voorbij. Er heerst een
hypotheekcrisis. Het overheidstekort
blijft groeien, de dollar verliest zijn vooraanstaande
positie. Londen heeft New York ingehaald als mondiaal
financieel centrum. En de Europese anti-kartelwetten zijn de Amerikaanse regels aan het
vervangen als
standaard voor de wereld.De oorlog in Irak kost intussen
275 miljoen dollar per dag.
Eind volgend jaar worden
de kosten geraamd op een totaal van 611 miljard. Tegelijkertijd slepen ook de militaire inspanningen in
Afghanistan zich voort.
Dit zijn enkele
voorbeelden van zogenoemde
imperial overstretch: de militaire macht van de VS is te
ver opgerekt.
Mede daardoor beleeft George W. Bush
in zijn laatste regeringsjaar een ‘krimpend presidentschap’. In eigen
land is hij zijn gezag kwijt. Functionarissen uit
zijn regering worden vervolgd en bestraft voor misbruik
van overheidsmacht. Onlangs
is ook nog eens een justitieel
onderzoek ingesteld naar het vernietigen
van bewijsstukken voor illegale verhoormethoden door de
CIA.
Wereldwijd heeft Amerika
aan populariteit ingeboet gezag verloren. In India en Pakistan groeit de oppositie tegen de VS. Terwijl Bush de druk op Iran opvoerde en er zelfs werd gewerkt
aan een aanval
op nucleaire installaties, onthulden zestien inlichtingendiensten dat Iran waarschijnlijk al in 2003
was opgehouden met het
fabriceren van een kernbom.
Bij de klimaatconferentie in
Bali werd de Amerikaanse delegatie die zich verzette tegen specifieke doelstellingen voor CO2-reductie, door de anderen
geďsoleerd en zozeer in de hoek gedreven dat
ze uiteindelijk wel mee moest
gaan met de rest. Zelfs het
Zuid-Amerikaanse continent heeft
zich aan de greep van de VS ontworsteld.
Met het achteloze unilateralisme
uit zijn eerste termijn heeft president Bush nodeloos vijanden gemaakt. Maar als zijn ambtsperiode ten einde is, zijn de problemen niet voorbij. Ook een nieuwe president zal rekening moeten
houden met het afgenomen internationale
gewicht van zijn land.
En toch
heeft Amerika zijn status als
enig overgebleven supermacht nog niet verloren. Vooralsnog kan tenminste geen enkel ander land de leiding overnemen. Militair, politiek economisch en cultureel staat Amerika eenzaam
bovenaan. Amerika neemt nog altijd
meer dan
de helft van de militaire uitgaven in de wereld voor zijn rekening,
al zijn zulke uitgaven niet de enige maatstaf voor militair potentieel.
Ook in economisch opzicht beschikt Amerika nog steeds over een ongeëvenaard potentieel, en oefent het een grote internationale aantrekkingskracht uit op talent.
De uitgaven voor
onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek zijn in de Verenigde Staten aanzienlijk hoger dan in Europa.
In Amerika worden
nog steeds de meeste uitvindingen gedaan. Met het Engels als
moedertaal, de massaproductie
van internationaal gewaardeerde
muziek, films, tv, literatuur en internationale bedrijfsformules, duurt de Amerikaanse culturele hegemonie ook na
de twintigste eeuw voort. Het Amerikaanse
bedrijfsleven is veerkrachtig.
Doordat de
geboorten op peil blijven, vergrijst het land ten slotte minder snel dan Europa.
Maar
de Amerikaanse eeuw loopt wel ten einde. De afstand tot aspirant-grootmachten wordt kleiner. Het zal
moeilijker worden om die concurrenten
in het gareel te houden.