In de vooralsnog enige islamitische kernmacht ter wereld,
gelegen in een chaotisch gebied, is een moord
gepleegd, waarvoor iedereen in dat land verantwoordelijk kan zijn. Juist door die combinatie van atoombommen, geopolitiek en paranoia is de moordaanslag
op Benazir Bhutto veel gevaarlijker dan andere politieke moorden tot nu toe in Pakistan.Bhutto was geen lelieblanke politica. Er hing een
walm van corruptie en tribalisme om
haar heen. Ze was niet vies van handjeklap, zelfs niet met haar tegenstander
generaal Musharraf. Ook in haar bestuurlijke loopbaan – ze was tweemaal premier – heeft ze weinig van blijvende
waarde achtergelaten. Na haar terugkeer uit ballingschap in oktober dit jaar
was ze niettemin de belichaming van de oppositie tegen Musharraf, die voor 8 januari presidentsverkiezingen heeft uitgeschreven. Wat de rechters en advocaten dit jaar in hun
togademonstraties niet voor elkaar kregen,
zou zij wellicht
kunnen bereiken.
Bhutto was de personificatie van een
mogelijke burgerlijke en seculiere regering, die zowel een einde
zou kunnen maken aan het
militaire bewind als een
dam zou kunnen opwerpen tegen het islamitisch fundamentalisme. Ze was bovendien een politieke
vluchtheuvel voor president
Bush, die dringend verlegen
zit om nieuwe
initiatieven nu zijn buitenlands beleid in de regio dreigt vast te lopen.
Om al deze redenen overstijgt de moord op Bhutto (de vierde dode in de familie) het belang van het slachtoffer zelf. Pakistan
als eenheidsstaat
balanceert op de rand van een
afgrond. De presidentsverkiezingen
van 8 januari zullen worden geboycot door de nog resterende oppositiekandidaten. De regionale en tribale tegenstellingen, die worden gevoed door religieus fundamentalisme en/of economische
belangen, zullen worden aangewakkerd. De kans is klein
dat de daders achter de dader zullen worden gevonden.
De opdrachtgevers kunnen zich ophouden in islamitische kringen, die aan de grens met Afghanistan en
in Kasjmir hun bolwerken hebben. Ze kunnen zich
verschuilen in het leger, waar wijlen
generaal Zia ul Haq (die vader
Ali Bhutto heeft berecht) wordt bewonderd door militairen die streven naar een islamitische
staat.
In ieder geval is de staatsveiligheidsdienst
Inter Services Intelligence (ISI) een spin in dit web. Vanaf de interventie van de Sovjet-Unie in Afghanistan in 1979 heeft
de ISI een steeds grotere
en steeds beruchtere rol mogen spelen. Tien jaar fungeerde
Pakistan als makelaar voor de VS. De dienst trainde
de islamitische verzetsbeweging.
De Talibaan is daarvan een bijproduct. Na 9/11 werd Pakistan wederom
een bruggehoofd voor de VS, nu tégen de tovenaarsleerlingen in
Afghanistan. Musharraf werd daarom de hand boven het hoofd gehouden.
Of hij, ondanks de door hem
doorgevoerde zuivering van deze dienst, werkelijk
greep heeft gekregen op de ISI, is duister gebleven. Amerika kon slechts hopen.
Vast te
stellen dat de Amerikaanse politiek jegens Pakistan op de rand van bankroet
staat, is voorbarig. Maar de moord op Bhutto is een ongekende tegenslag
voor de VS. En voor
Nederland dat via Uruzgan
direct met de politieke ontwikkelingen
in Pakistan te maken heeft. Die missie in Afghanistan wordt er door de moord op Bhutto niet eenvoudiger op. Wel belangrijker. Want als Pakistan, met zijn vijftig kernkoppen,
verbrokkelt, loopt de hele regio rond
de enige islamitische atoommacht ter wereld het risico
te desintegreren.