Monroe Doctrine

 

November 13, 2007

 

Van de de Monroe Doctrine wordt niets meer vernomen. Toch is er genoeg reden om dit leerstuk uit de Amerikaanse geschiedenis weer eens af te stoffen. De doctrine werd in 1823 geformuleerd door toenmalig president Monroe. Hij wilde de Europese koloniale mogendheden in de Western Hemisphere buiten de deur te houden. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw werd de doctrine regelmatig aangepast. Maar één rode draad bleef intact: het buitenlands beleid van de VS was erop gericht invloed te houden. Tijdens Clinton (1993-2001) bereikte deze politiek in positieve zin haar climax. De samenwerking van de Amerika’s voltrok zich meer en meer in een democratische context.

 

Van die politiek is nu na zeven jaar Bush jr. in Washington niets meer over. Alleen in Mexico, Columbia, Peru en enkele Midden-Amerikaanse landen is er nog wat van over. Overal elders zijn regeringen aan de macht, die zich onttrekken aan de Amerikaanse dominantie. Het einde van deze trend is niet in zicht, zoals blijkt uit de overwinning van Cristina Kirchner bij de presidentsverkiezingen in Argentinië.

 

Dat is niet a priori reden tot zorg. Het tijdperk datsmerigedictaturen als in Argentinië en Chili op het conto van Washington konden worden geschreven, is gelukkig voorbij. Het zou bovendien onverstandig om al deze regeringen over één kam te scheren. De socialistische regering van Bachelet in Chili onderscheidt zich van de populistisch-peronistische in Argentinië. Hetzelfde geldt voor de regering van Lula in Brazilië, met 200 miljoen inwoners de belangrijkste macht.

 

dat neemt niet weg dat er ook trends zijn die de VS te denken moeten geven. De Amerikaanse obsessieve angst voor Cuba is een echo uit het verleden vergeleken bij de uitdaging waarmee de VS nu elders in Latijns-Amerika worden geconfronteerd.

 

Chávez is daarvan de personificatie. Het olierijke Venezuela, ooit de minst omstreden en meest trouwe bondgenoot van de VS, is onder zijn leiding niet alleen een exporteur van olie maar ook een exporteur van ideeën én geld. De financiële ruimte die olie biedt, is aanzienlijk groter dan die van suikerriet en tabak op Cuba.

 

Chávez gebruikt deze middelen tevens om Venezuela beter te bewapenen en daarvoor níét in de VS te winkelen. Ook elders is hernieuwde bewapening met niet-Amerikaans wapentuig aan de orde van de dag.

 

Dat wijst niet op voorhand op militaire aspiraties buiten de eigen grenzen, maar is wel een indicatie dat de regio zich op alle niveaus los wil maken van de patronage in Washington.

 

De VS hebben daarop geen antwoord, mede omdat de regering-Bush geen oog wil hebben voor het multipolaire karakter van de nieuwe wereldorde in Latijns-Amerika. Het duurt nog een jaar voorat daarin verandering komt. Pas na de verkiezing van een nieuwe Amerikaanse president is er zicht op een nieuwe inzichten over de aloude Western Hemisphere.