'Harde maatregelen
zijn nodig tegen jihadisten'
09-09-14
Hoogopgeleide moslims stellen zich op als slachtoffer en gooien olie op het vuur van de radicalisering. Harde maatregelen zijn nu nodig, schrijft jeugdwerker en CDA'er Ibrahim Wijbenga.
CDA-fractievoorzitter Sybrand Buma weigerde vorige week woensdag in een uitzending van Jeroen Pauw in debat te gaan met Hizb ut Tahrirvoorman Okay Pala. Buma wil zulke fanaten geen podium geven om hun antidemocratische kalifaatideologie te verkondigen. Terecht; een discussie met Hizb Ut-Tahriraanhangers heeft geen zin, overtuigd als zij zijn van hun eigen gelijk.
Dat Pala zich opwerpt als woordvoerder met extreme ideeën staat niet op zichzelf. Een toenemend aantal extremisten komt openlijk voor zijn opvattingen uit. Vroeger namen ze nog de moeite om hun identiteit te verhullen en hun gezicht te te verbergen, nu verschijnen ze zonder voorbehoud in de media en staan ze met een beroep op de vrijheid van meningsuiting Jan en alleman te woord. Sterker, als hun een podium wordt geweigerd hangen ze de 'onbegrepen moslim' uit die wordt gediscrimineerd en wiens vrijheid van meningsuiting wordt beknot.
'Kennelijk mogen bepaalde zaken niet gezegd worden in dit verband,' zei de geschorste ambtenaar Yasmina Haifi op NPO Radio 1. Ze kwam in het nieuws door haar tweet 'Isis heeft niets met islam te maken. Is vooropgezet plan van zionisten die bewust islam willen zwart maken'. 'Ik heb de vrijheid genomen me te uiten en kennelijk moet ik daarvoor boeten. Ik vind dat een ambtenaar ook het recht heeft zich te uiten,' was haar eerste reactie op de ophef. Ze neemt haar woorden niet terug.
Van iemand als Haifi, op dat moment werkzaam bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en veiligheid, oud-raadslid in Den Haag voor GroenLinks (nu lid van de PvdA), verwacht je dat ze weet hoe de hazen lopen in het publieke debat.
De Rotterdamse lokale partij Nida doet er een schepje bovenop in een tweet waarin het gelijkstellen van zionisme aan IS wordt verdedigd met het recht op vrije meningsuiting.
Bewondering
Nourdin El Ouali van Nida spreekt van klassenjustitie als het om moslims gaat. Volgens hem zijn moslims op voorhand verdacht en kunnen ze worden vastgezet tot hun onschuld is bewezen. 'Dat is rechtsongelijkheid,' zegt hij.
Bij jonge moslims oogst hij veel bewondering vanwege de manier waarop hij het debat zoekt over de positie van moslims in Nederland. Maar dat justitie zich op deze manier tegen moslims keert, is volstrekte flauwekul. De werkelijkheid is dat iedere Nederlander gelijk is voor de wet. Ook Nederlandse moslims.
Dat Ouali zich schaart achter een rapper die 'fuck de Talmoed' roept is een veeg teken dat aangeeft dat deze partij zich op glad ijs begeeft. Nida meet zelf met twee maten door deze uitspraken te gedogen maar oh wee, als mensen zich kritisch dan wel beledigend uiten over de islam.
Met bijna hetzelfde argument verdedigt Abderazak Khoulani, gemeenteraadslid in Den Haag voor de PvdE, zijn pro-IS-uitspraken. Als gevolg daarvan wordt de opening van een middelbare school in Amsterdam, waarvan hij bestuurslid is, voorlopig uitgesteld.
Een advocaat van jihadgangers stookt het vuurtje op door te spreken over 'moslim pesten'. Dat is een volstrekt verkeerde weergave van de feiten.
De maatregelen van het kabinet tegen de IS-aanhang zijn niet gericht tegen moslims, maar tegen extremisten die onze samenleving verwerpen en een kalifaat voorstaan waar geen plaats is voor vrijheid en democratie.
Gevaar
Een samenleving kan het zich niet veroorloven zulke fanaten onbelemmerd hun gang te laten gaan. Zij vormen een gevaar voor onze democratie en medeburgers. Deze lieden verschuilen zich achter de gemeenschap en doen het voorkomen alsof de Nederlandse overheid beetje bij beetje de islam stuurt, inperkt en uiteindelijk wil verbieden.
Juist geslaagde Nederlandse moslims als Haifi, Ouali en Khoulani laten zich vangen door deze prietpraat. Ze worden door het discours van de radicalen klemgezet in zaken waar je echt niet voor kunt staan en worden meegezogen in een schijnrealiteit.
Politie en justitie moeten optreden bij het vermoeden dat gezinnen naar het kalifaat willen vertrekken. Dat kan in een enkel geval voorbarig zijn, maar het vertrek van Jermaine W. met vrouw en kinderen bewijst dat er reden is om zeer alert te zijn.
Er zijn nog steeds moslims die hier de hand in zien van een kwaadaardige overheid die een bedreiging voor hen vormt. Dat de overheid ook de moslimgemeenschap beschermt, gaat helaas aan hen voorbij.