Netanyahu maakt zich terecht zorgen

 

OPINIE Je zou denken dat een atoomdeal met Iran de band tussen Amerika en Israël moet versterken, niet verzwakken.

 

Dirk-Jan van Baar is historicus

 

 Aanstande dinsdag houdt Benjamin Netanyahu een toespraak tot het Amerikaanse Congres op uitnodiging van John Boehner, de Republikeinse voorzitter. Niks aan de hand, zou je denken. De banden tussen Amerika en Israël zijn hecht; critici spreken zelfs van twee handen op één buik. Je kunt je ook makkelijk voorstellen dat de Israëlische premier zo'n gelegenheid om zijn denkbeelden over het Midden-Oosten uiteen te zetten met beide handen aangrijpt. De regio staat in brand, en de Joodse staat ligt er middenin. Bibi goes to Washington zou het script kunnen heten waar de hele Amerikaanse politieke klasse naar uitkijkt.

 

Niets is minder waar. Al weken krijgt de premier op het hart gedrukt niet naar Washington te gaan. Op 17 maart vinden in Israël verkiezingen plaats, en Bibi wordt er door de Israëlische oppositie van verdacht in de Amerikaanse hoofdstad een nummer te willen maken. Ook Barack Obama, die zoiets nooit zou doen, heeft al laten weten dat niet netjes te vinden en wil Netanyahu niet ontvangen. De Amerikaanse president en de Israëlische premier hebben wel een sterke onderlinge chemie, maar in negatieve zin.

 

De verwachting is dat het gaat knetteren, omdat er al maanden geruchten gaan dat Obama in het geheim aan een atoomdeal werkt met Iran, waar de Republikeinen tegen zijn en Netanyahu ook. Wat bepaald géén geheim is.

 

De Democraten, die in het Congres in de minderheid zijn, hebben daardoor het gevoel te moeten kiezen tussen de Israëlische premier en hun eigen president. Alle krachten - onder wie New York Times-columnist Thomas Friedman - zijn gemobiliseerd om de toespraak te ontraden. Links Israël  verwijt Netanyahu een blunder te hebben gemaakt en de band met Amerika op het spel te zetten. En dus de veiligheid van het land. Hetgeen benadrukt dat er binnenkort Israëlische verkiezingen zijn, waarbij het Witte Huis het niet erg zal vinden als Bibi verliest. Die indruk is versterkt door Susan Rice, de veiligheidsadviseur van Obama, die het optreden van Netanyahu schadelijk heeft genoemd voor de relaties tussen Amerika en Israël. Over partijdigheid gesproken!

 

Het moddergevecht werpt een donkere schaduw op wat komen gaat en je vraagt je af wat de partijen bezielt om de zaak zo op scherp te zetten. Waarbij Netanyahu mijns inziens meer recht van spreken heeft dan de Amerikaanse president.

 

Obama-bashing

 

Dat is op zich al pijnlijk. Alle Obama-bashing die we de laatste jaren hebben gezien, en niet alleen uit rechtse kring, is schadelijk voor het Amerikaanse prestige in de wereld, dat net als het Westen als geheel flinke krassen heeft opgelopen.

 

Een openlijk conflict tussen Washington en Jeruzalem over een deal met Iran is dan het grootste geschenk dat beide partijen hun vijanden kunnen geven. Wat de koppigheid van Obama nog zorgelijker maakt, want zijn track record in het Midden-Oosten is niet best. Hij begon zijn presidentschap in 2009 met een speech in Caïro, een verzoeningsgebaar naar de hele moslimwereld dat door Iran bruut werd afgeslagen.

 

Vanaf 2010 toonde de Turkse premier Erdogan zich steeds minder het democratische voorbeeld dat Obama in hem zag en in 2011 werd er aarzelend gereageerd op de Arabische Lente. Dieptepunt was zijn draai in Syrië, waar hij Bashar al-Assad in 2013 liet wegkomen na de inzet van chemische wapens, al viel niet in te zien wat Amerika had kunnen winnen bij een strafactie waar de president zelf niet in geloofde. Dat Obama van ingrijpen afzag, was zwak tegenover Rusland en Iran (bondgenoten van Syrië), maar gaf hem wel diplomatieke speelruimte om door te gaan met zijn verzoeningsstrategie. Wat in 2014 tot een nieuwe zeperd leidde in het 'vredesoverleg' tussen Israël en de Palestijnen, waar minister van Buitenlandse Zaken John F. Kerry op zijn neus ging.

 

Grootste criticus bij dit alles: Bibi Netanyahu, die de verhoudingen telkens juist inschatte. Hij wees op het gevaar van een nucleair Iran, dat Israël wil vernietigen. Met Erdogan kwam het tot een breuk: zelfs de excuses van Israël op aandrang van Amerika voor de Turkse doden bij het incident met de 'vredesvloot' naar Gaza hebben niks uitgehaald. Netanyahu hekelde de westerse naïveteit over de Arabische Lente en prees de Egyptische dictator Hosni Mubarak, die Obama liet vallen.

 

Geheime Iranstrategie

 

 

Niet dat Netanyahu geen minpunten heeft; dat hij internationaal als zondebok geldt, maakt het Joodse isolement groter. Maar in eigen land wordt zijn analyse breed gedeeld, wat het contrast met Obama nog zorgwekkender maakt. Want ook Obama blijft aan zijn wereldbeeld vasthouden, ook als dat niet klopt, en heeft zich vastgebeten in zijn geheime Iranstrategie. Probleem is dat er in abstracte zin wel iets is te zeggen voor een deal met Iran, maar dat er in de praktijk geen enkele aanwijzing is dat de moellahs zich ook werkelijk zo gedragen als het Witte Huis denkt. De strategie van Obama is bovendien zo ingewikkeld en weinig transparant (want 'geheim'), dat er voor niet-ingewijden geen touw aan vast is te knopen.

 

Voor Israël is dat rampzalig. Je zou denken dat een atoomdeal met Iran de band tussen Amerika en Israël moet versterken, niet verzwakken. Maar daarvan kan met twee leiders die lijnrecht tegenover elkaar staan geen sprake zijn. Het maakt het er voor Israël zelf niet veiliger op, terwijl Netanyahu ook nog de Europese leiders tegen de haren instreek met zijn oproep dat alle Joden vanwege het toenemend antisemitisme maar naar Israël moeten komen. Netanyahu maakt zich terecht zorgen, en heeft vanwege zijn superieure gelijk in het Midden-Oosten als geen ander recht van spreken. Maar juist daardoor staat de Joodse staat er als nimmer tevoren alleen voor. En dat allemaal vanwege een toespraak, het enige terrein waarop Obama werkelijk heeft geëxcelleerd.