Obama verwart moslims
Kader
Abdolah
08-06-2009
Obama heeft
de toverstok van Mozes en
de goddelijke kracht van Jezus nodig om
een soeverein Palestina tot leven te kunnen reopen
Obama maakte
wederom een van zijn verkiezingsbeloftes waar, hij ging
naar Egypte om met de moslimwereld te praten.
Amerika heeft door hem een nieuw karakter
gekregen. Zijn aanwezigheid in het Witte Huis geeft de oosterling een goed gevoel.
Ik verwachtte dat de verzoenende woorden van Obama richting de moslimwereld en met name Iran, de Iraanse
machthebbers wat zachter zouden stemmen jegens Amerika. Maar het werkte juist averechts,
hun reactie was nog harder dan tijdens de regeringsperiode van
Bush.
Ik heb iets
ontdekt: Bush kon de moslims niet gek
maken. Ze zagen in hem een foute Amerikaanse leider, zijn aanval
in Irak en de misdaden in
de gevangenis van Abu Ghraib legitimeerden
hun haat.
Obama heeft
de moslims in verwarring gebracht. Hij ging
naar Egypte en zei tot de moslimwereld: ‘Ik heb de groeten
van de moslims van Amerika meegebracht: Salam Elikum.’ En hij beloofde een
nieuw begin.
Die woorden
lieten je schrikken, omdat ze zo
fris en krachtig maar tegelijkertijd gevaarlijk waren. Het leken bijna verboden
woorden. Hoezo de groeten van de moslims van Amerika? En de rest van de Amerikanen?
Hadden zij de moslims niet gegroet?
Obama stelde
zich erg kwetsbaar op. Zijn speech was voor miljoenen moslims een opluchting, maar ik hoorde
ook andere geluiden: ‘Hij kan niet. Zij
in Amerika laten hem niet. Hij heeft
het niet door.’
Zover ik weet,
en zover ik gelezen heb, begrijp
ik het volgende uit de oosterse wereld: ‘Obama is een bijzonder mens, maar de misdaden die Amerika in de afgelopen decennia
in het Midden-Oosten heeft begaan, kan hij
niet met een ‘Salam Elikum’ wegwerken.
Maar er zijn
drie dingen die de moslims over heel de wereld verbinden: Allah, de Koran en Palestina.
Hij is een uniek
mens, maar hij kent Amerika
niet, hij zit er te diep
in. Als je te dicht op een rots zit, zie je de berg niet meer. Obama heeft Amerika niet van een afstand gezien,
daarom begrijpt hij deze berg niet.’
In deze
liefdevolle woorden schuilt bezorgdheid. Men houdt van Obama, maar is bang dat hij zich
verbrandt als hij te dicht
bij de oosterlingen komt.
Obama moet
over een wonder beschikken om met de moslimwereld opnieuw te kunnen
beginnen.
In Egypte
richtte de president zich
tot de wereld van de moslims.
Het is goed te weten dat de moslims
uit die verschillende landen niets met elkaar hebben. Ze kennen elkaar
haast niet.
Saudi-Arabië heeft niets
met Iran.
In
de afgelopen achthonderd jaar heeft vrijwel
geen Saudi-Arabiër een reis naar
Iran gemaakt.
De
islam van Egypte is totaal anders dan
die van Pakistan.
De
islam van Marokko heeft niets met die van China te maken.
Obama heeft
de toverstok van Mozes en
de goddelijke kracht van Jezus nodig om
een soeverein Palestina tot leven te kunnen roepen.
De moslims
kregen tranen in hun ogen toen
hij vanuit Egypte tot hen sprak, maar het overheersende gevoel was: ‘Obama kent Israël nog niet.’
Misschien zijn ze
bang dat Obama zijn hoofd zal breken
als hij het volume tegen Israël nog
verder opschroeft.
Obama ontroert.