Meegenieten met Angela Merkel

 

Door Ben van der Burg

 

25 oktober 2013

 

Angela Merkel en nog 34 andere wereldleiders zijn door de Verenigde Staten afgeluisterd. Dit bleek uit nieuwe onthullingen van Edward Snowden. Een Amerikaanse ambtenaar leverde de NSA de telefoonnummers. Heftige verontwaardiging volgde. Ik hoorde op de radio een inlichtingendeskundige verkondingen dat iedereen elkaar afluistert, dus we moesten ons niet druk maken.

 

Hij gaf de aanschaf van de JSF als voorbeeld. ‘De Amerikanen luisteren ons af om erachter te komen hoeveel we maximaal willen betalen voor dat vliegtuig. Wij luisteren die Amerikanen af om te weten te komen hoe laag de prijs kan zakken.’ Zit de wereld echt zo verrot in elkaar, dacht ik. Waarschijnlijk wel.

 

Ik wil alles met je delen

 

Snowden heeft ons het laatste half jaar duidelijk gemaakt, dat we met andere ogen naar privacy moeten kijken. Daarmee zetten hij een interessante trendbreuk in werking. Vanaf het begin van deze eeuw verkondigden internetgelovigen namelijk de mythe van transparantie, vrijgevigheid en delen. Dit zijn kenmerken van de zogenaamde sharing economy. De sharing economy verwijst naar de gedeelde toegang tot goederen, services, data en talent. Een premisse daarbij is dat door het delen de waarde uiteindelijk groter wordt. ‘Je kunt alleen vermenigvuldigen als je kunt delen,’ is daarom een veel gehoord gezegde in internetkringen.

 

Een status update in ruil voor je privacy

 

Dat de sharing economy een mythe is, bewijzen Facebook, Twitter of Google. Ze moedigen je aan je vakantiefoto’s, status updates of mening te delen met de wereld. Door transparantie te propageren verzamelen ze data van hun gebruikers en daarmee verdienen ze geld. Dat lijkt een aardige ruil. Wij geven onze data en daarvoor krijgen we voldoening, vrienden en coolness terug. We leveren onze privacy in. De populaire platformen zijn warme pleitbezorgers van transparantie. Meer transparantie betekent meer data en dat betekent meer business.

 

Snowden zet ons in de realiteit

 

Dankzij Edward Snowden zijn we het laatste half jaar bewust geworden dat transparantie kwalijke gevolgen kan hebben. Overheden en bedrijven weten alles van ons. Onze privacy ligt op straat. Dezelfde internetgelovigen leggen ons nu uit dat onze privacy onder druk staat en dat we zorgvuldig moeten omgaan met wat we delen en doen op internet. Want uiteindelijk krijg je die sollicitatie en wil je niet dat die foto’s van dat uit de hand gelopen feestje tevoorschijn komen. Uiteindelijk wil je niet dat de douane in Amerika je weigert omdat je een werkstuk over de Taliban hebt gemaakt. Wat nu zomaar het geval zou kunnen zijn.

 

Wat vindt de Dalai Lama er eigenlijk van?

 

Hoe nu verder? De Dalai Lama zei ooit: ‘A lack of transparency results in distrust and a deep sense of insecurity.’ Dat klopt (helaas) niet. Snowden heeft laten zien dat de Verenigde Staten misbruik maakt van de beschikbaarheid van alle data en dat leidt nu juist tot wantrouwen jegens Amerika. Obama zal daarom wel een charmeoffensief beginnen of juist vertellen over de noodzaak voor National Security. De Dalai Lama’s woorden zullen daarom mooi op een tegeltje staan,              maar hebben vooralsnog weinig met de realiteit te maken.